Waar kom je op één dag olifanten, leeuwen, ijsberen en oeran oetangs tegen? Inderdaad, in de dierentuin. Hier vind je alle exotische dieren bij elkaar, zonder dat je daarvoor de halve wereld over hoeft te vliegen. Een perfecte plek om te oefenen met fotograferen!
Hoewel het makkelijk lijkt om dierentuindieren te fotograferen, is het in de praktijk behoorlijk lastig. Dik glas, hekken en heel veel andere mensen zorgen ervoor dat het lastig is om foto’s te maken met een natuurlijk tintje. Daarom hebben we een deze pagina gemaakt, met handige tips over de juiste camera, instellingen en handige trucjes. Zo maak jij bij de volgende familiebijeenkomst iedereen wijs dat je die leeuw écht in Zuid-Afrika gespot hebt!
Wat heb je nodig?
Dat is een inkoppertje: een camera! Als beginnende dierentuinfotograaf kun je prima uit de voeten met een compactcamera. Het enige wat belangrijk is, is dat je voldoende megapixels hebt en flink in kunt zoomen. De zogenaamde superzoomcamera’s, met 10 keer optische zoom of meer, zijn prima te gebruiken voor dierenfotografie.
Deze online cursus is echter geschreven voor mensen met een spiegelreflexcamera, omdat je hiermee veel mooiere resultaten behaalt. Ver inzoomen met een gewone compactcamera levert korrelige beelden open. Bovendien kun je met een spiegelreflexcamera veel meer zelf instellen.
Als je wat meer ervaren bent met fotograferen, is een spiegelreflexcamera prettig om te hebben. Let er goed op welk objectief (lens) je gebruikt. Je hebt het meeste aan een telelens om dieren te fotograferen. Ze zitten vaak een behoorlijk stukje van je af en zo haal je ze toch dichtbij. Je hoeft niet meteen een enorme paparazzilens aan te schaffen: eentje met een bereik van 70-300 millimeter is genoeg.
Relatief nieuw is de systeemcamera. Deze is qua kwaliteit te vergelijken met een spiegelreflexcamera, maar dan in een kleiner jasje. Hij heeft verwisselbare lenzen, waardoor je er iedere lens op kunt zetten die jij wilt. Een groot verschil met een DSLR is dat je niet door de zoeker kijkt, maar via het scherm ziet wat je op de foto zet.
Als je in het wild op safari zou gaan, dan was een statief handig geweest. In dierentuinen is het, in verband met de drukte, vaak niet toegestaan om een driepotig statief mee te nemen. Hiermee bezet je behoorlijk wat ruimte op een plek waar ook graag andere bezoekers willen staan. Fotografeer dus uit de hand, zet je camera op een muurtje of hekje of gebruik een zogenaamde monopod, een statief met 1 poot.
Wanneer ga je?
Als je serieus wilt gaan fotograferen, met als doel zo mooi mogelijke foto’s van de dieren te maken, is het slim om in je eentje op pad te gaan. Zo heb je alle tijd om te observeren. Natuurlijk is het ook heel leuk om foto’s te maken als je met je gezin of vrienden een bezoekje aan de dierentuin brengt, maar dan heb je waarschijnlijk minder tijd om op je gemakje te fotograferen.
Ga bij voorkeur op een doordeweekse dag. Dan is het lekker rustig en hoef je je ideale fotospot niet te delen met alle andere bezoekers, die ook graag naar de apen komen kijken. Bovendien zijn de beesten vaak een stuk relaxter als het niet zo heel druk is in de dierentuin. Schoolvakanties, weekenden en woensdagmiddagen kun je dus beter overslaan. Bedenk ook wat voor dieren je wilt fotograferen en wat voor plaatjes je wilt maken. In het voorjaar worden er aan de lopende band jonge beesten geboren, terwijl in de winter sneeuw voor fotogenieke taferelen zorgt.
Tip:<Het hoeft niet per se stralend mooi weer te zijn. Felle zon zorgt voor harde schaduwen in je foto’s en als er constant wolkjes voor de zon drijven, ben je aan de lopende band bezig met het aanpassen van de instellingen. Een dag met lichtgrijs, maar droog weer is prima. Op dergelijke dagen is het licht genoeg om mooie foto’s te maken, maar zijn de schaduwen minder hard.
Het goede moment
Geduld is een schone zaak, helemaal als je dieren wilt gaan fotograferen. Veel dierentuindieren, zoals leeuwen en tijgers, liggen een groot gedeelte van de dag lekker te slapen. Hoewel het leuk is om een foto van vader leeuw te maken terwijl hij uitgestrekt op een rots ligt, wil je ook een paar actiefoto’s. Je zult er daarom best een poosje voor uit moeten trekken om een goede foto te maken. Wanneer heb je het meeste kans van slagen?
- Morgenstond heeft goud in de mond! Zorg dat je meteen als de poorten open gaan binnen bent. Na een nacht binnen zijn de dieren blij dat ze de poten kunnen strekken: actie!
- Vraag naar de voedertijden. Rond etenstijd worden de meeste dieren een beetje onrustig en dat zorgt voor fotogenieke momentjes.
- Aan het eind van de middag zie je ook vaak wat meer actie bij de dieren. De meeste bezoekers zijn weer naar huis en er komt bijna een verzorger om ze naar binnen te laten en te voeren.
Compositie
Goed nieuws: de juiste compositie bestaat niet. Er zijn wel veel richtlijnen om een mooie foto te maken, maar die mag je gerust aan je laars lappen als je denkt dat het anders moet. Lees onderstaande tips en experimenteer er vervolgens lustig op los!
Kom op ooghoogte
Veel mensen hebben de neiging om rechtop te blijven staan als ze een foto maken. Zonde, zak eens door je knieën of ga juist ergens bovenop staan. Zo kom je op ooghoogte met het dier en krijg je een veel mooiere foto. Als je scherpstelt op de ogen krijg je een veel persoonlijker beeld van het dier. Het is niet meer ‘zomaar een aap in de dierentuin’ maar een echt portret van een prachtige gorilla.
De lange nek van een giraffe tegen de lucht bijvoorbeeld of het bijzondere vachtpatroon van de zebrarug. Veel dierentuinen hebben uitzichtpunten, van waar af je bijzondere foto’s van bovenaf neemt.
Geef je onderwerp de ruimte
Zodat de dieren die je fotografeert niet letterlijk hun neus stoten tegen de rand van de foto. Soms zul je daarvoor een beetje uit moeten zoomen of wat verder weg gaan staan. Het kijkt vaak prettig om wat ruimte te laten in de richting waarin je onderwerp kijkt. Let ook op alle andere dieren en voorwerpen op de foto. Een andere aap die net uit beeld wandelt kan jouw portretfoto behoorlijk verpesten.
Ook het perspectief is leuk om mee te spelen.
Plaats eens iets op de voorgrond, zoals een boomstam, bloemen of een stuk speelgoed. Dat geeft meer diepte in je foto. Het kan ook leuk zijn om scherp te stellen op de mensen die naar de dieren staan te kijken, terwijl het dier rustig in zijn verblijf zit.
Blijf niet stil staan tijdens het fotograferen.
Schiet drie foto’s en kies weer voor een ander perspectief. Een stukje naar links, rechts, omhoog of omlaag kan het verschil maken. Loop om het verblijf heen om het dier vanuit een compleet andere hoek te fotograferen. Dankzij de grote geheugenkaarten van tegenwoordig kun je honderden foto’s op een dag schieten!
Regel van derden
Veel beginnende fotografen hebben de neiging om het onderwerp in het midden van de foto te plaatsen. Daar gaat het immers om! Dat klopt, maar zo krijg je wel een beetje een saai beeld. Spannender is het om een andere compositie te nemen. Maar hoe bepaal je een spannende compositie?
De ‘regel van derden’ is een veelgebruikt hulpmiddel om een foto wat spannender te maken. Hiervoor verdeel je het beeld zoveel verticaal als horizontaal in drieën. Hierdoor ontstaat er een raster met negen vlakken. Door je onderwerp vervolgens te plaatsen op de snijpunten in dit raster, zorg je dat de aandacht van de kijker hier naartoe gaat. Natuurlijk betekent deze richtlijn niet dat je de dieren alleen nog maar op driekwart van je foto moet fotograferen: je kunt heel veel doen met deze regel, zoals je ziet op de voorbeeldfoto’s op deze pagina.
Instellingen
Als beginnende fotograaf kun je met de autostand van je camera vaak prima resultaten behalen. Op ‘auto’ regelt je camera alles. Makkelijk, maar wel een beetje saai. Als wat meer zelf wilt regelen kun je de camera zelf in gaan stellen. Het is lastig om DE juiste instellingen te geven voor een dierentuin. Het is namelijk per onderwerp, dag en lens verschillend wat je in moet stellen om een mooie foto te krijgen. We geven je hieronder een paar richtlijnen!
Als je dieren fotografeert in de dierentuin, zijn er twee standen op je camera van belang. Als je relatief stilzittende dieren fotografeert, zoals leeuwen, olifanten en giraffes, gebruik je de A-stand. Met deze stand regel je het diafragma van je camera en past je camera de sluitertijd automatisch aan. Als je rennende, slingerende of andere bewegende dieren fotografeert, gebruik je de S-stand van je camera. Hiermee regel je zelf de sluitertijd en bepaalt je camera het diafragma.
A-stand
Als je dieren fotografeert is het vaak het mooiste om een wazige achtergrond te krijgen. Dit regel je met het diafragma. Hoe wazig de achtergrond is wordt ook bepaald door de brandpuntafstand. Als je met een 200mm vol inzoomt, krijg je automatisch al een wazige achtergrond. De rest stel je in met het diafragma. Over het algemeen kies je voor een waarde tussen f/1.4 en f/5.6. Als je het diafragma hebt gekozen zoekt je camera er zelf de beste sluitertijd bij.
S-stand
Om beweging vast te leggen, bijvoorbeeld van rennende luipaarden of slingerende aapjes, maak je gebruik van de S-stand op je camera. Hiermee stel je de sluitertijd in, van heel lang, naar heel kort. Met een korte sluitertijd (1/1000 van een seconde) ‘bevries’ je het onderwerp, terwijl je met een wat langere sluitertijd (1/100 van een seconde) de beweging en snelheid vastlegt. Je camera zal je diafragma automatisch aanpassen aan de gekozen sluitertijd.
ISO
Als je foto te donker uitvalt en je kunt of wilt niets veranderen aan je diafragma of sluitertijd, dan kun je de ISO waarde verhogen. Hiermee verhoog je de lichtgevoeligheid van de chip in je camera. Verhoog deze waarde altijd voorzichtig en gebruik een zo laag mogelijke waarde. Een hoge ISO waarde zorgt voor ruis in je foto. Een hogere ISO waarde kan vooral binnen, in bijvoorbeeld reptielenhuizen of aquaria, handig zijn.
Obstakels in de dierentuin
Dierentuinen staan vol met obstakels. Hekken, dikke glaswanden en gaas bijvoorbeeld. Dat is fijn, want anders zouden de dieren binnen de kortste keren tussen het publiek staan. Voor fotografen is het echter een hele uitdaging om deze obstakels te omzeilen. Over het hek klimmen is geen aanrader (doe dit dan ook nooit!), dus daarom zul je er op een andere manier mee om moeten gaan.
Grachten
Een gracht is een relatief makkelijk te omzeilen obstakel in de dierentuin. Hij zorgt namelijk alleen maar voor afstand. Deze afstand is prima op te lossen met een flinke zoomlens. Zo haal je de dieren eenvoudig dichterbij.
Gaas
Gaas geeft een wat ongezellig beeld aan de foto. Bovendien komt het dier ook niet echt goed uit de verf met al die strepen erdoor. Gaas wegwerken is gelukkig niet zo heel lastig. Kies een dier uit wat een stukje verder van het gaas af zit en druk je lens tegen het gaas aan. Als je flink inzoomt en je diafragma op een lager getal zet, dan zie je niks meer van het gaas. Soms kan fotograferen door gaas bijzonder effect geven, zoals op onderstaande foto.
Glas
Glas is een lastige om doorheen te fotograferen. Het reflecteert namelijk, waardoor je snel te maken hebt met spiegelingen. Probeer ook hier om de camera zo dicht mogelijk bij het glas te houden, als het even kan er tegen aan. Kies wel voor een schoon stukje raam, zowel aan de buiten- als de binnenkant. Vingerafdrukken of andere vegen verstoren het plaatje behoorlijk. Zet je flitser uit: deze zorgt alleen maar voor witte vlekken in de foto.
Hekken en andere achtergronden
Heb je een prachtige giraffe op de foto, zie je net de betonnen muur van het ijsberenverblijf op de achtergrond. Kies daarom altijd voor een zo groen mogelijke achtergrond, om een natuurlijk effect te krijgen. Soms moet je daarvoor ergens anders gaan staan, zodat je een andere invalshoek krijgt. Is het niet mogelijk om het dier voor een boom of iets dergelijks te fotograferen, kies dan voor een andere rustige achtergrond, bijvoorbeeld zand.
Bijzondere verblijven
In de dierentuin lopen niet alleen veel dieren lekker buiten, er zijn ook veel beesten binnen in bijzondere verblijven. In de vlinderkas en het aquarium bijvoorbeeld. Deze bijzondere verblijven vragen weer om een andere aanpak.
Vlinderkas
Er zijn weinig insecten zo fotogeniek als een vlinder. Voor liefhebbers van deze fleurige fladderaars is de vlinderkas in de dierentuin dan ook een must-visit. Er zijn echter wel een paar dingen om rekening mee te houden. Zo is de temperatuur en de luchtvochtigheid in een dergelijke kas heel hoog. Zodra je binnen stapt, beslaat je lens direct. Wat doe je daaraan?
Vlinders fotograferen vraagt om een lens waarmee je een stukje kan inzoomen, maar ook van dichtbij kunt scherpstellen. Hierdoor ben je op veilige afstand van de vlinder en schrikken ze niet van je. Wacht rustig af tot een vlinder mooi op een bloem of stuk fruit gaat zitten en sla dan je slag.
Aquarium
Fotograferen in een aquarium is niet makkelijk. Er is weinig licht, de vissen zijn razendsnel en het glas is dik. Toch kun je hier ook met wat moeite een mooie foto maken. Fotografeer met een klein diafragmagetal en zet je lens tegen het glas. Focus je op visjes die wat verder in het aquarium zwemmen en stel daar op scherp. Flits vooral niet!
In sommige dierentuinen, bijvoorbeeld Burgers’ Zoo vind je zo’n indrukwekkende aquariumtunnel. Hierin is het niet zo makkelijk om de vissen te fotograferen, maar je kunt wel mooie foto’s maken van de wijzende mensen als er een haai over zwemt.
Belangrijkste tip: Wees creatief als je fotografeert. Probeer bovenstaande tips uit en wijk er van af. Ga steeds op zoek naar nieuwe perspectieven en beelden. Maak gebruik van licht en tegenlicht, van hoogtes en laagtes en van grappige momenten. Maak zoveel foto’s als nodig is, langzamerhand zul je steeds beter worden.
Niet doen
- Gedraag je niet asociaal. Het klinkt logisch, maar terwijl jij druk bezig bent met fotograferen kun je je omgeving misschien een beetje uit het oog verliezen. Hou je aan de regels van de dierentuin, hou niet uren de beste plekjes bezet en loop geen kinderen ondersteboven.
- Maak de dieren niet van streek. Klopt dus niet op de ramen, schreeuw niet en gooi niks naar ze toe. Waarschijnlijk reageren ze er niet eens op, maar ze ervaren het wel als stress. Zinloos en zielig, dus!
- Het klinkt logisch, maar klim niet over de hekken of afzettingen en volg altijd de instructies van het dierentuinpersoneel op
- Geef de moed niet op als je foto’s de eerste keer niet naar wens zijn. Anton Corbijn schoot ook niet meteen de perfecte foto. Blijf oefenen!
Fotograferen leer je niet alleen van online tips lezen, maar in de praktijk. Een fotografiecursus in de dierentuin is dus ideaal als je de fijne kneepjes van het vak wilt leren. In onder andere Blijdorp, Ouwehands Dierenpark en Artis worden regelmatig cursussen en workshops gegeven.